Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de Europese ondernemingsraden

 

Artikel 19
1
De bevoegdheid van de Europese ondernemingsraad is beperkt tot informatieverschaffing en raadpleging over de vraagstukken die van belang zijn voor de hele onderneming met een communautaire dimensie of de hele groep met een communautaire dimensie, of voor ten minste twee vestigingen of ondernemingen van de groep in verschillende lid-staten. Die bevoegdheid is beperkt tot de aangelegenheden die van belang zijn voor alle vestigingen of alle ondernemingen van het concern in de lid-staten dan wel voor ten minste twee van de vestigingen of ondernemingen van het concern in verschillende lid-staten.
2
Het hoofdbestuur en de Europese ondernemingsraad komen ten minste één maal per kalenderjaar in vergadering bijeen. In de vergadering wordt de Europese ondernemingsraad aan de hand van een door het hoofdbestuur opgesteld schriftelijk rapport geïnformeerd en geraadpleegd over de ontwikkeling van de werkzaamheden en de vooruitzichten van de communautaire onderneming of groep. De informatie en raadpleging betreft in het bijzonder de structuur van de communautaire onderneming of groep, de financieel-economische positie, de vermoedelijke ontwikkeling van de activiteiten, produktie en afzet, de investeringen, wezenlijke veranderingen in de organisatie, de invoering van een nieuwe arbeids- of produktiewijze, de zorg voor het milieu, fusie, verplaatsing, inkrimping of sluiting van ondernemingen, vestigingen of belangrijke onderdelen daarvan, de stand en de ontwikkeling van de werkgelegenheid en collectief ontslag.
3
Het hoofdbestuur licht zo spoedig mogelijk de Europese ondernemingsraad of het beperkte comité in over alle bijzondere omstandigheden en voorgenomen besluiten die aanzienlijke gevolgen hebben voor de belangen van de werknemers van tenminste twee vestigingen of ondernemingen van de communautaire onderneming of groep in verschillende lid-staten, in het bijzonder betreffende verplaatsing of sluiting van vestigingen of collectief ontslag.
4
Indien de Europese ondernemingsraad of het beperkte comité dat verzoekt, komt deze met het hoofdbestuur of een ander geschikter bestuursniveau binnen de communautaire onderneming of groep met een eigen beslissingsbevoegdheid inzake de te behandelen onderwerpen in vergadering bijeen, om aan de hand van een door de communautaire onderneming of groep opgesteld schriftelijk rapport over de in het derde lid genoemde omstandigheden nader te worden geïnformeerd en geraadpleegd. Deze vergadering vindt plaats op een zodanig tijdstip dat die informatie en raadpleging nog zinvol is. Over het rapport kan na afloop van de vergadering of binnen een redelijke termijn na de vergadering een advies door de Europese ondernemingsraad of het beperkte comité worden uitgebracht. Voor een vergadering met het beperkte comité worden mede uitgenodigd de leden van de Europese ondernemingsraad die mede gekozen zijn door de werknemers van de vestigingen of ondernemingen die door de maatregelen rechtstreeks worden geraakt. De vergadering doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van het hoofdbestuur.
5
Het hoofdbestuur behoeft geen informatie te verstrekken, voor zover dat in redelijkheid het functioneren van de communautaire onderneming of groep ernstig zou belemmeren dan wel schaden. Het hoofdbestuur kan terzake van de informatieverstrekking geheimhouding opleggen, indien daarvoor een redelijke grond bestaat; zoveel mogelijk vóór de behandeling van de betrokken aangelegenheid wordt meegedeeld, welke grond bestaat voor het opleggen van de geheimhouding, welke schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen, hoelang deze dient te duren, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen.
6
De Europese ondernemingsraad of het beperkte comité is gerechtigd om voor elke vergadering met het hoofdbestuur te vergaderen zonder dat laatstbedoelde daarbij aanwezig is. De vierde volzin van het vierde lid is van overeenkomstige toepassing.
7
Onverminderd enige op hen rustende verplichting tot geheimhouding informeren de leden van de Europese ondernemingsraad de werknemersvertegenwoordigers binnen de communautaire onderneming of groep, of, bij afwezigheid van werknemersvertegenwoordigers, alle werknemers over de inhoud en de resultaten van de informatie- en raadplegingsprocedure die overeenkomstig deze paragraaf heeft plaatsgevonden.
8
Het voorzitterschap van een bijeenkomst als bedoeld in het tweede of vierde lid wordt, tenzij anders wordt afgesproken, afwisselend bekleed door het hoofdbestuur en de Europese ondernemingsraad.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •